Bescherming bij overlijden

Via uw professionele activiteit bouwt u elke dag opnieuw voor uzelf en voor uw gezin een mooie levensstandaard op. U leeft vandaag, maar u maakt ook plannen voor de toekomst. Het vroegtijdig overlijden van één van de partners binnen het gezin vormt niet alleen een zware emotionele uitdaging, het zorgt vaak ook voor financiële onzekerheid. Op professioneel vlak kan dit daarenboven een bedreiging vormen voor de continuïteit van uw zaak.

Dankzij de sociale zekerheid ontvangt de overlevende partner oplossing een overlevingspensioen indien hij of zij minstens 48,5 jaar is. Indien de overlevende partner jonger is dan 48,5 jaar dan ontvangt deze nog geen overlevingspensioen, maar wel een overgangsuitkering gedurende minimum 18 maanden tot maximum 48 maanden. Deze duur hangt af van het feit of er minstens 1 kind ten laste is. Het minimum overlevingspensioen voor een volledige loopbaan (45j) bedraagt afgerond 15.000 EUR per jaar. Als de loopbaan van de overleden partner niet volledig is, maar minstens gelijk aan 2/3 van een volledige loopbaan, dan wordt dit minimumbedrag vermenigvuldigd met de loopbaanbreuk.

Als de overlevende partner recht heeft op een overlevingspensioen of een overgangsuitkering, dan is dit bedrag wellicht ontoereikend. De solidariteit via een sociaal VAPZ komt enkel tussen in enkele zeer specifieke gevallen - een zeer beperkte uitkering voor een beperkte duur - en bieden op zich evenmin voldoende bescherming.

Het sociaal vangnet is slechts een basis. Daarenboven kunnen deze waarborgen in de toekomst buiten uw wil om aangepast worden. Een persoonlijke solide aanvulling van dit inkomen is dus geen overbodige luxe.

Tijdens uw actieve carrière bouwt u een kapitaal op als aanvulling op uw wettelijk pensioen. Bij vroegtijdig overlijden wordt de reeds opgebouwd reserve uitgekeerd aan de begunstigde bij overlijden die u zelf kan aanduiden in uw contract, bijvoorbeeld uw partner of uw kinderen.

We denken hierbij aan beleggingen met fiscaal voordeel zoals het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ) en voornamelijk de individuele pensioentoezegging (IPT). Via deze IPT kan u een éénmalige inhaalbijdrage (of backservice) storten waardoor u uw reserve in 1 keer aanzienlijk kan doen toenemen – en dus ook uw persoonlijke bescherming voor uw nabestaanden.

Het vroegtijdig overlijden van één van de partners binnen het gezin zorgt vaak voor financiële onzekerheid bij de overblijvende gezinsleden. Overweeg daarom de bescherming van volgende elementen:

De kredietlast voor de gezinswoning (of tweede woning): 

Voor een krediet dat u terugbetaalt via tussentijdse kapitaalsaflossingen neemt het uit te keren kapitaal geleidelijk af op maat van het krediet. Voor een bulletlening waarbij u het volledige kapitaal op het einde van de termijn terugbetaalt blijft het verzekerd kapitaal constant tot de einddatum. De ervaring leert ons dat het niet altijd interessant is om een schuldsaldoverzekering fiscaal in te brengen. In deze afweging is het belangrijk rekening te houden met zowel het belastingvoordeel op de premies als de mogelijke fiscale nadelen, namelijk de belasting op het uitgekeerde kapitaal overlijden.

De beperkte fiscale voordelen wegen vaak niet op tegen het zeer grote potentiële nadeel voor uw nabestaanden – en dit terwijl u hen net wil beschermen tegen financiële zorgen. Indien u de schuldsaldoverzekering privé betaalt en niet fiscaal inbrengt, dan wordt het kapitaal dat uw nabestaanden ontvangen in dat geval niet belast in de personenbelasting.

Als u actief bent via een vennootschap kan u de verzekeringspremie door uw vennootschap laten betalen op voorwaarde dat u een regelmatige bezoldiging ontvangt. Deze premie voor een IPT-overlijdensverzekering is fiscaal aftrekbaar voor uw vennootschap. Het kapitaal bij overlijden is dan wel belastbaar, maar deze belasting kan u in dit geval bijverzekeren. Het totale resultaat blijft sowieso interessanter.

Het behouden van de gewenste levensstandaard: 

Naast de bescherming van de (gezins)woning garandeert een overlijdensverzekering dat uw nabestaanden hun levensstandaard kunnen behouden na uw overlijden. Als u met een vennootschap werkt, kan uw vennootschap de verzekeringspremie voor u betalen via een aparte IPT met kapitaal overlijden. Bent u nog volop uw vermogen aan het opbouwen? Bekijk dan op gezinsniveau welk kapitaal minstens beschikbaar moet zijn bij vroegtijdig overlijden van één van de partners.

Vergeet hierbij geen rekening te houden met toekomstige kosten zoals bijvoorbeeld de dure studiejaren van uw kinderen. Beschikt u nu al over voldoende vermogen ? Dan is een bijkomende bescherming van uw levensstandaard niet aan de orde. Een successieverzekering is in dat geval wél de overweging waard. Laat best tijdig analyseren hoeveel de erfbelasting zou bedragen voor uw nabestaanden, hiervoor kan u beroep doen op de experten van Van Breda Advisory.

Het betalen van successierechten:

Indien u roerend vermogen zoals een geldsom wil schenken aan bijvoorbeeld uw kinderen, dan bent u niet verplicht om deze schenking te laten registreren en hierop een schenkbelasting te laten betalen. Het nadeel is dat als u binnen de 3 jaar zou overlijden
op deze schenking alsnog een erfbelasting betaald moet worden. Een overlijdensverzekering op drie jaar vormt een goedkoop alternatief voor de onmiddellijke betaling van schenkingsrechten. Bevindt u zich momenteel in een situatie waarbij de erfbelasting voor uw partner en/of kinderen aanzienlijk is, maar u de belastingdruk nog niet kan optimaliseren door bijvoorbeeld een
schenking? U kan op een flexibele manier tijd kopen met een overlijdensverzekering op bijvoorbeeld 5 of 10 jaar. Hierdoor kan u comfortabel de tijd nemen om de nodige stappen te zetten voor
de afbouw van de erfbelasting naar het gewenste niveau.

In het kader van de successieverzekering raden we doorgaans aan de premie niet fiscaal in te brengen en meer bepaald te kiezen voor de structuur ABA.

De successieverzekering wordt onderschreven en betaald door de verzekeringnemer, persoon A, bijvoorbeeld uw kind of uw partner. U bent in dit voorbeeld de verzekerde, persoon B. Het kapitaal bij uw overlijden wordt uitgekeerd aan de begunstigde die tegelijkertijd verzekeringnemer is (persoon A).

De uitkering van het kapitaal, zodra de verzekerde sterft, is in dit geval niet aan de erfbelasting onderworpen. De enige uitzondering op deze regel geldt voor een ABAverzekering tussen echtgenoten die gehuwd zijn onder het wettelijk stelsel.